Taijiquan
Taijiquan

Taijiquan (Tai Chi Chuan)

Taijiquan, of kort weg Taiji (voor westerse spelling is het T’ai Chi Ch’uan, meestal vereenvoudigd tot Tai Chi Chuan of Tai Chi) is een Chinese interne vechtkunst. Woord voor woord vertaald betekent Taijiquan “ultieme vechtkunst”.

Vroeger werd Taiji onder meer “lange vuist”, “zacht boksen” en “13 houdingen” genoemd. In de keizer Qianlong periode (1711-1799), Qing-dynastie, schreef Wang Zong-Yue (omstreeks 1750) de theorie “Over Taijiquan’. Toen was de naam van Taijiquan vastgesteld. Het woord “Taiji” is oorspronkelijk in “Het Boek der Veranderingen” (Yijing of I T’sing) te vinden.

Over de oorsprong en de oprichter van Taiji zijn verschillende theorieën: van Xu Xuan-Ping (8ste eeuw) van de Tangdynastie; van Zhang San-Feng (omstreeks 1150) van de Songdynastie; van een andere Zhang San-Feng (omstreeks 1350) van de Mingdynastie, en van Wang Zong-Yue van de Qingdynastie, enz. Omdat de Taiji- stijlen van tegenwoordige bekende Taiji-scholen van de Chen-stijl tai chi afgeleid zijn, beschouwen veel mensen dat Chen Wang-Ting (1600-1680), de grondlegger van Chen-stijl Taiji, de grondlegger van Taiji was.

Vanuit de literatuur kan het gezien worden dat Taiji onderdeel is van de beroemde vechtkunsten van de Mingdynastie, in het bijzonder op de basis van generaal Qi Ji-Guang’s (1528-1588) “de 32 houdingen van vechtkunst, Ji Xiao Xin Shu”.

In feite is Taiji de combinatie van oude Chinese vechtkunst, oude Chinese gezondheidsoefeningen zoals ademhalingstechnieken, Qigong en is het gebaseerd op de theorie van yin-yang en vijf elementen. Een deel van de theorie van Taiji kan met Taoïstische filosofie uitgelegd worden.

Het doel van Taiji is om de positieve energie te activeren en te versterken. (In de Traditionele Chinese geneeskunde wordt groot belang gehecht aan het begrip ‘energie’, in het Chinees Qi (Chi) genoemd.) De energie moet in balans zijn. Taiji zorgt voor die balans door positieve energie te activeren.

Behalve de bijzondere vecht-technieken leert Taiji ook de kunst van de beheersing, en wel de kunst om je lichamelijk én geestelijk te ontspannen. Dat klinkt als een tegenstelling. Staan beheersing en ontspanning niet lijnrecht tegenover elkaar? Nee, want beheersing is in Taiji geen forceren, maar een vorm van bewustzijn.

Soepel bewegen betekent dat er bij het bewegen van het lichaam geen overbodige kracht wordt gebruikt. Aandacht is voldoende. Op dezelfde wijze kun je ook je gedachten ‘beheersen’: verricht nooit meer inspanning dan nodig is.

Bron teksten: Nei Gong